brieven

Zeventien

Gunter,

Ik heb besloten om je geen lieve of liefste of beste te noemen, daar kennen we elkaar net iets te weinig goed voor, al zal je mij blijven fascineren, dat weet zelfs mijn kleine teen.

Ik was erg blij om de draad terug op te kunnen pikken, precies waar die was blijven liggen de vorige keer. Ik hou en zal altijd houden van verhalen, en je bent goed in verhalen. Wat mij nog het meest fascineert zijn verhalen met kleine onvolmaaktheden en kleine weerhaakjes. En zo ook dit: je hebt mij een aantal moeilijke vragen voorgeschoteld die ik al een week op mijn rug meezeul.

Het was makkelijker geweest als je had gevraagd naar hoe ik was op mijn 26ste, of op mijn 12e. Maar neen: je pikte er uitgerekend 17 uit, het jaar dat ik tot één van mijn meest intense jaren reken, middenin een vloedgolf die me het meest gevormd heeft tot op heden. Is “vormen” niet wat leraars horen te doen?

Afgelopen weekend belandde ik erg laat ’s nachts in een haast sluitende Braziliaanse bar* waar uitbundig werd gedanst, gezongen en gedronken. Éen van mijn licht claustrofobische escapades bracht me naar de drempel buiten, waar ik een aansteker moest vragen aan een jongen die net naast mij op dezelfde drempel zat. De vraag om vuur mondde al gauw uit in een kennismakingsgesprek en een fijne ontmoeting met iemand die een jonge leraar wiskunde bleek.

Lichtelijk aangeschoten begon hij algauw zijn ietwat ontgoochelde visie te geven op onderwijs: ook hij had wellicht ooit Dead Poets Society gezien, al heb ik het hem op dat moment niet durven vragen. Toen ik begon te vertellen over mijn grootmoeder die voor de Vlaamse TV haar verhaal had verteld over hoe ze een halve eeuw geleden tijdens oorlogsjaren de eerste vrouwelijke leerkracht in ons dorp werd én de enige kostwinner van een gezin met zes kinderen, kreeg ik meteen de aandacht van Daniel.

Toen ik doorging over hoe ik denk dat mensen als mensen horen behandeld te worden in het onderwijs, hoe ze als individuën niet in één vakje te passen vallen maar dat er heel wat psychologie bij komt kijken om een maximum aan creativiteit en zelfontwikkeling in gang te zetten, over hoe mooi jonge spontaniteit is, zat de jongen me met tranen in de ogen aan te krijgen en klampte hij zich geëmotioneerd aan mij vast.

Maar toch: wars van de alcohol en het late tijdstip geloof ik echt heel erg in mensen, en dan vooral in kinderen en jongeren. Begrijp me niet verkeerd: ik heb nooit erg veel gehouden van het middelbaar. Die jaren zijn daarvoor te algemeen en gestandardiseerd, en ik vond nooit goed m’n plek in het totaalbeeld. Mijn laag zelfbeeld in die periode had er misschien ook mee vandoen.

Toch waren er een aantal personen die me in die jaren vertrouwen gaven in net datgene wat ik zocht, en me op die weg verder hielpen. Mensen die ervoor zorgden dat toen ik 17 was, ik de wortels heb laten schieten waar ik tot op vandaag verder op teer. Het was een weinig  uitgebreid maar kleurrijk hoopje dichters, schilders, schrijvers en denkers dat voor mij meer dan ooit deuren heeft geopend toen.

Het waren jaren waarin ik me liet meevoeren door mooie woorden, intense muziek en meeslepende boeken, die me op hun beurt aanzetten om in gang te schieten. Het waren jaren waarin ik als een gek begon te schrijven, zingen, schilderen, denken en liefhebben – meer dan ooit, en jaren die tot op heden in mijn geheugen gebeiteld zullen blijven, zoals dit album en dit, waar een studiegenoot van hetzelfde jaar en diezelfde klas me vorig weekend nog kippenvel mee bezorgde. Ik zal hetzelfde materiaal nog lang met me meenemen: “On revient toujours aux vieux endroits où l’on a aimé la vie. / Ces choses simples qui font mal et qui restent dans le coeur.”

Ik wil noch emotioneel worden, noch oneerlijk zijn: ik mis soms de intensiteit van wat in die jaren is gaan broeden. Een eerste lief is erg moeilijk om te vergeten en al helemaal niet als je er prijswinnende teksten over op papier hebt gezet waarvan je jaren later eenzelfde transparantie maar amper meer weet te benaderen, en op eenzelfde manier zijn mensen die een eerste  licht over m’n weg schenen onvergetelijk.

Ze deden me beseffen dat de wereld aan mijn voeten lag. Maar vergeet één ding niet: voor een 17-jarige ligt de wereld nog aan de voeten, maar dan wel vooral in hun hoofd. Alles moet nog beginnen – toch zijn maar weinig 17-jarigen effectief in staat om op hun eigen benen te staan. Ze kunnen middenin de wereld staan maar hebben warme muren rond zich nodig, al brokkelen hun vaste muren misschien af en bieden ze weinig houvast.

Niettemin staan ze op een kantelpunt: 17-jarigen hebben maar weinig tijd meer te gaan voor ze effectief klaar zijn om met volle kracht op de wereld af te stormen, met alles wat heeft zitten te broeden in de voorgaande jaren. Ze hebben al de soundtrack, ze hebben al de citaten en de inspiratie, en vinden een luttel aantal jaren later de mogelijkheden om alles effectief in werking te zetten.

Jeugdjaren die op positieve manier worden beïnvloed, laten diepe sporen na. Helaas geldt hetzelfde voor negatieve omstandigheden: die vormen ook littekens die levenslang mee kunnen gaan. En dat is eigenlijk alles wat ik zeggen wil: mensen als Peter Pan zijn erg belangrijk in dat groeien. Ontmoet een paar Peter Pans op je weg, of een Mister Keating, op net die leeftijd, en die blijven.

Ze zijn een bron van broodnodige intensiteit, reflectie en inspiratie, “food for the soul”, en kunnen jongeren op die leeftijd aanzetten om het onderste uit de kan te halen, want velen zijn dan nog niet begiftigd met aarzeling, beredenering of andere weerstand. Ze staan open, maar op een meer weerloze en spontane manier dan hun oudere reflecties.

Ik kijk nog vaak in vensters en zie datzelfde meisje van toen naar me teruglachen. Ik zie haar schateren met flarden olieverf op haar vingers, met zinnen nachttekst op haar lippen. Ik voel haar, en voel weemoed. Maar tegelijkertijd ben ik erg blij dat ze is doorgegroeid tot dit. Al pink ik af en toe een traantje van nostalgie weg.

Veel liefs,

An/Anna

* Ik herinner me eerlijk gezegd niet goed of het echt een Braziliaanse bar was, dan wel een bar waar veel Brazilianen en andere Zuidbloederlingen dansten, maar het doet er weinig toe voor de rest van dit verhaal.

PS Deze brief is een antwoord op een andere brief. De originele, ‘eerste’ brief vind je hier.

PPS Dit was een dubbelproject met Marie Meeusen. Marie’s antwoord werd op exact hetzelfde moment geschreven. Net als mij schreef ze de brief in exact 30 minuten tijd.

Plaats een reactie